Dit wil je niet missen...

Plastic boter zin en onzin

Margarine en halvarine, je leest er van alles over. Het zou niet goed zijn, of toch wel, één molecuul verwijderd van plastic, maar wel met veel toegevoegde vitamines.  Ja zeg, wat is het nou dan? Goed of slecht? Sinds ik mama ben geworden, ben ik mij wat meer bewuster geworden van voeding. Ik ben geen voedingsdeskundige en ook geen aanhanger van superfood of andere ‘gezondheidswaanzin’. Nee, ik lees er gewoon graag over. Zo ook over boter.

Boter is een ingeburgerd goedje dat we op ons brood smeren om de boel wat smeuïger te maken. Van oudsher gebruikte men roomboter op brood, heerlijk. Gewoon omdat er niets anders was. Maar boter is vet, dierlijk vet. En dat bleek, met de gezondheidswetenschap van toen, niet zo heel goed te zijn. Van té veel vet werden we namelijk veel te dik. En dat niet alleen, ook steeds meer hart- en vaatziekten staken de kop op en dat kwam, je raad het al, door vet. Producenten speelden daar handig op in en ontwikkelden alternatieven voor onze van oudsher vette eetgewoontes. Margarine was één van deze alternatieven. Margarine is gemaakt van plantaardig, onverzadigd vet en werd daarom aangeprezen als beter. Bijkomend voordeel is dat margarine vele malen goedkoper te produceren was. Maar toen roomboter door de geringe vraag ineens weer een stuk goedkoper werd, moesten de margarine producenten snel iets nieuws bedenken. En viola, onze margarine kreeg toegevoegde vitamines A en D. Hartstikke gezond dus. Waar men echter toen niet over nadacht, is dat roomboter al deze vitamines van zichzelf al in zich heeft. Toevoegingen zijn dus helemaal niet nodig.

Als je leest wat er eigenlijk werkelijk in een pakje margarine of halvarine zit, dan heeft dat nog maar heel weinig met echte, natuurlijke, boter te maken. Eigenlijk helemaal niets. En dat niets, dat smeren wij allemaal fijn iedere dag op ons brood, zonder na te denken. Het klinkt dus allemaal heel leuk die ‘gezonde’ claims op margarine en halvarine. Toegevoegde vitamines, plantaardige oliën, enzovoort. Maar roomboter is van zichzelf al natuurlijk. Uiteraard ook wel geraffineerd en gefabriceerd, maar vergelijk maar eens de inhoud van een pakje margarine met een pakje roomboter. Bij ons thuis worden halvarine en margarine dus nog maar weinig geserveerd. Wij smeren geen gemaakte boter meer op ons brood en bakken er niet in. Gewoon een likje roomboter op onze boterham of een scheutje olijfolie in de pan. Niet te veel natuurlijk, want, cliché, overal waar té voorstaat is sowieso niet goed.

Moraal van dit verhaal? Ik probeer me bewust te zijn van wat wij thuis eten. Ik lees de verpakking en stel mezelf de vraag ‘wat zit er nou eigenlijk in en heeft dat nog iets met voedsel te maken?’ Is mijn antwoord nee? Geen paniek, maar dan let ik er wel op dat we er niet (en daar is tie weer) té veel van eten. Of ik het goed doe? Ik heb geen idee, maar mijn (moeder)gevoel zegt me dat ik in elk geval mijn best doe.

 

Roelove inspireert | grafisch ontwerp en persoonlijke blog

Roelove inspireert | grafisch ontwerp en persoonlijke blog