Dit wil je niet missen...

Mama dagboek #65: de “ikke wil nie” peuter

Heerlijk die peuterpubertijd! Je zou soms bijna vergeten hoe lief ze óók kunnen zijn. Want tjonge, jonge, jonge wat kunnen peuters eigenwijze wezentjes zijn zeg. En dachten we dat we het na de “nee”-fase wel zo’n beetje gehad hadden? Dan help ik jullie meteen maar eventjes uit de droom. Welkom “ikke wil nie”-fase!

Waar ik eigenlijk altijd dacht dat de ‘wil ik niet’-fase zich pas zou openbaren rond de 3-jarige leeftijd, blijkt zoonlief daar toch wat anders over te denken. Zo heeft hij geheel zonder overleg besloten deze periode wat naar voren te halen. Want blijkbaar heeft de koekepeer dat ‘nee’-en wel gezien, been there, done that… Dus wordt er nu op alles wat wij zeggen of vragen, en dan bedoel ik ook werkelijk ALLES, een “ikke wil nie” geantwoord. Het begint al vroeg in de morgen. “Ikke wil nie opstaan, ikke wil nie tandepoetse, ikke wil niet t-shirt, ikke wil nie, ikke wil nie…” En dan zijn we dus nog niet eens beneden. Eenmaal beneden wordt het niet veel beter, want daar gaan we mooi nog even door. “Ikke wil nie broodje, ikke wil nie pindakaas, ikke wil nie schoenen aan, ikke wil nie…” Doodvermoeiend kan ik je vertellen en dan is de dag nog maar amper begonnen.

eigenbenen

Wat lees je allemaal in dit artikel?

De weg naar zelfstandigheid

Maar er is natuurlijk ook een andere kant van het verhaal. Alle peuters, niet alleen die van ons, willen op deze leeftijd nou eenmaal zelf ontdekken hoe de wereld in elkaar steekt. En daar hoort een gezonde portie “ikke wil nie” gewoon bij. Ze zoeken de grenzen op van hun kunnen en leren in deze leeftijd zich los te maken van ons, de ouders. Koppig, gefrustreerd, standvastig en boos zijn, het zijn normale stappen in de ontwikkeling op weg naar zelfstandigheid. Peuters leren een eigen menig en wil te vormen waarmee ze later invloed uit kunnen oefenen op situaties. Ze leren op eigen benen staan.

Proefkonijn

Die stampvoetende peuter die alleen maar “ikke wil nie” lijkt te kunnen zeggen, heeft echter niet de intentie om ons als ouders dwars te zitten, integendeel! Peuters gebruiken de ouders juist als proefkonijn waar zij hun eigen willetje op kunnen testen. Reacties uitlokken en grenzen opzoeken die ze niet in gevaar zullen brengen, simpelweg omdat het kind zich bij zijn ouders het meest veilig voelt. Daarom is het vaak zo dat die koppige, gefrustreerde, boze, eigenwijze, opstandige peuter bij een ander altijd zo lief en braaf is en thuis meestal meteen verandert in een duivels wezentje. Herkenbaar..?

Moraal

Moraal van het “ikke wil nie”-verhaal is dat het er gewoon allemaal hartstikke bijhoort. Wanneer mijn werkdag erop zit en ik even heerlijk geestdodend achter mijn PC heb kunnen bijkomen van al het peutergeraas, gaan we ’s middags dan ook vol goede moed opnieuw de strijd aan met onze “ikke wil nie”-peuter. “Ikke wil nie jas aan, ikke wil nie schoenen aan, ikke wil nie…” In de 5 minuten die we vanaf de kinderopvang naar ons huis rijden, zijn de hoeveelheid “ikke wil nie”-s niet meer op 1 hand te tellen. Ik kan onze lieftallige peuterpuber soms wel naar bed kijken, dat zul je begrijpen. Maar als moeder van mijn bloedeigen “ikke wil nie”-peuterpuber ben ik ook ape- en beretrots tegelijk. Want met die eigen wil zit het wel snor. Die eigen wil die o zo belangrijk wordt in zijn verdere leven. Waarmee peuterlief op zijn eigen beentjes leert staan. Dus zien we dat “ikke wil nie”-en maar niet teveel als strijd maar proberen we hem juist te helpen in zijn ontdekkingstocht. Geven we hem zoveel mogelijk de ruimte om zich te ontwikkelen, zijn wil te uiten en zijn eigen mening te vormen. Binnen de beperking van de gestelde grenzen uiteraard, want papaatje en mamaatje zwaaien nog steeds de scepter thuis. “Ontwikkel je maar mannetje, daar wordt je groot van!”

Roelove inspireert | grafisch ontwerp en persoonlijke blog

Roelove inspireert | grafisch ontwerp en persoonlijke blog